Laat de belangrijkste bal niet vallen: persoonlijk contact

Gepubliceerd door Inge Duine op

De ene kant van de koffer ligt vol met ballen, de andere kant is leeg. Wij, docenten en medewerkers van onze academie, zitten in een kring eromheen. De opdracht: alle ballen moeten van collega naar collega worden doorgegeven tot ze bij de laatste van de kring zijn. Die gooit dan de ballen in de andere helft van de koffer. Alle ballen verzamelen, zeg maar.

Ok, de eerste ronde. Enthousiast gaan we aan de slag: tennisballen, basketballen, pingpongballen en knikkers gaan van hand tot hand tot hand. Soms ontstaat er een opstopping, door te kleine handen of een bal die op de grond valt. Maar we zetten een tijd op de klok; iets meer dan drie minuten.

Te veel ballen in de lucht moeten houden. Het is een uitdrukking die je in het onderwijs vaak hoort. Net als ‘ik heb te veel op mijn bordje liggen’. De werkdruk is hoog, zo weet iedereen die in het onderwijs werkt. Jaja, we hebben veel vakantie, maar daartussenin ren je je rot – ook een leuk spel trouwens.

Terug naar ons ballenspel. Het moet sneller kunnen, tot wel onder de minuut zo zegt de spelleider. De belangrijkste regel is tijd is kwaliteit – toch staat die helemaal onderaan. Daarboven regels als iedere persoon is actief en betrokken. Je moet de bal aan een persoon naast je geven. En er mag maar één uitdeler van de ballen zijn.

Natuurlijk, we doen dit spel om te kijken naar het groepsproces. Want hoe gaat de samenwerking? Wie pakt de leiding, degene die het hardst gilt? Is er ruimte voor introverten om hun mening te geven? Hoe los je ‘bottlenecks’ op en hoe kun je je processen steeds maar blijven verbeteren?

‘Kunnen we niet de ballen aan één iemand geven? Dat die ze in de koffer doet?’ oppert iemand. ‘Nee, iedereen moet actief en betrokken zijn,’ zegt de spelleider. ‘Straks komt er iemand om te kijken hoe jullie werken en staat de helft uit zijn neus te vreten. Dat is niet de bedoeling.’

Nee, stel je voor.

Dus we gaan weer verder, op een andere manier. Zo doen we drie of vier keer hetzelfde: ballen aan elkaar doorgeven en weer in de koffer. We zijn steeds iets sneller. Maar de tijd onder de minuut halen we niet, hoe hard we ook proberen.

De hele tijd vraag ik, als introverte deelnemer, me af: waarom vraagt nou niemand naar het doel? Want wáárom moeten we dit doen – wat is het nut van ballen overhevelen naar de andere kant van  de koffer? Je kunt ook de koffer omdraaien. Dan heb je hetzelfde resultaat.

Of is het bezigheidstherapie?

Ik hoop het niet. Maar dit ballenspel ís wel het onderwijs: we creëren onze eigen werkdruk door altijd meteen te rennen en te roepen. Meteen actief en betrokken te zijn, een oplossing te hebben. Bijvoorbeeld toen corona uitbrak en we binnen een dag ons onderwijs online hadden. Ja, we hielden alle ballen in de lucht. Maar ons bordje was te vol en de emmer liep bijna over.

Is het soms niet gewoon beter om een paar een ballen uit de lucht te laten donderen? Even stilstaan bij: waar doen we het eigenlijk voor?

In dit ballenspel bepaalt de snelheid de kwaliteit. Draai dus die koffer om en doe gewoon even niets. Dan heb je tijd voor iets anders: een praatje ofzo. Want juist die bal, écht contact, viel tijdens corona op de grond.

Hoi 👋
je leest nog steeds!

Een mail ontvangen bij een nieuwe blog?

Ik stuur je geen spam!

Categorieën: Onderwijs

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *