Springen

Gepubliceerd door Inge Duine op

‘Drei, zwei, eins!’ Vanaf de brug sprongen vijf pubers in het kleine meer, ongeveer ter hoogte van de steiger van Weissenseeschiffahrt. 

Die durven, dacht ik, zo’n sprong van een meter of vijf naar beneden – afstanden schatten is niet echt mijn ding. 

Eén jongen bleef op de brug staan, met zijn handen voor de mond. De vijf in het water – twee meiden, drie jongens – moedigden hem aan. Kom op, je kunt het, gewoon springen, even doorzetten, straks ben je trots op jezelf! 

Het waren dezelfde teksten als die van mijn schaatsmaten toen ze zich een paar maanden geleden inschreven voor de Alternatieve Elfstedentocht van 29 januari 2026. 

Ik hield me stil op de groepsapp. Ik wist niet of ik er zin in had, dat takke-eind rijden, opnieuw meedoen aan de Alternatieve. In plaats daarvan grapte ik dat ik deze zomer ging kijken hoe het ijs erbij lag. 

Begrijp me niet verkeerd, het was heerlijk om in korte broek en hemdje op sandalen rond te lopen, de stoeltjeslift naar boven te nemen, een rondje rond Naggler Alm te lopen en bij de hut Kaiserschmarrn en een grote Weizen te bestellen. 

En toch… het was anders. 

Want mijn Weissensee is een witte wereld, met zon en een blauwe lucht. Koude wolkjes uit je mond, meerdere laagjes kleren aan, Heisse Chocolade mit Sahne of een Schnapps, het enige wat je hoeft in te smeren zijn je wangen. 

En de brug is niet om vanaf te springen, maar onder door te schaatsen – hoewel ik dat nog nooit heb meegemaakt.   

De vijf pubers sprongen dus wel. Ze zwommen naar de kant en vanaf het strandje bij het boothuisje, tegenover Schulers en Monis Eck, kwamen ze het water uit. 

Zonder zich af te drogen liepen ze druipend naar dezelfde plek waar de twijfelende jongen nog steeds stond. Ze zeiden tegen hem dat een van hun moeders, daar aan de kant met die kleren aan, ging filmen, dus nu moest hij wel meedoen. 

De vrouw richtte haar camera op de brug. Ze stak haar hand omhoog. Drei, zwei, eins!

Een vijfpersonig bommetje maakte spetters op mijn armen. De jongen stond er nog steeds. Zijn vrienden moedigden hem opnieuw aan. Even wilde ik wachten, zien of hij het ging doen of niet, maar op mijn horloge zag ik dat het tijd was om door te lopen naar Techendorf, anders was de Intersport straks dicht. 

Na een paar stappen hoorde ik een plons. 

Die avond appte ik mijn schaatsmaten dat ik deze winter meeging naar de Weissensee, maar dan wel als waterdrager. ‘Niet eens de 100 kilometer-prestatietocht?’ vroegen ze. 

In mijn hoofd telde ik af – drei zwei eins – en typte: ‘Ik kijk anders wel gewoon hoe ver ik kom bij 200 kilometer’.

Hoi 👋
je leest nog steeds!

Een mail ontvangen bij een nieuwe blog?

Ik stuur je geen spam!

Categorieën: schaatsen

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *