Nomineer de zweefvlieg voor Sander Donkers – of was het andersom?

Gepubliceerd door Inge Duine op

Zonder het plasschrijvertje en het groot schrijvertje had ik Peter Middendorp niet gekend. Grapje, dacht ik, toen ik zijn column in De Volkskrant las; het was rond 1 april. Maar het ging over de verkiezing van insect van het jaar, een bloedserieuze zaak. De uiteindelijke winnaar: de waterschorpioen met ambassadeur Pieter Derks. Of was het juist andersom? 

Andere kanshebbers voor de titel: de veenmol, het zanddakje en de kikkerbillenbijter. Haha, die namen… toch een grap? Je zou het bijna denken, met de winst van Derks, de enige cabaretier in het gezelschap van ’bekende Nederlanders’. Of pardon, de winst van de waterschorpioen. 

Maar de verkiezing heette niet ’Het insect van het jaar met de grappigste naam’ of ’Insect van het jaar-verkiezing die ook bedoeld is om van de ambassadeurs échte BN’ers te maken’. Nee, het ging over het populairder maken van insecten onder een breed publiek.

Een serieuze zaak dus. Ongetwijfeld de reden dat de organisatie voor drie schrijvers van De Volkskrant koos; behalve Middendorp mochten ook Sheila Sitalsing en Asha ten Broeke met hun insect leuren op de socials. 

Blijkbaar is de lezer van De Volkskrant de belangrijkste doelgroep van de insectenstrijd. Idee: stop in dat geval zeker met die grappige namen op de shortlist. Ga alleen voor serieuze, misschien zelfs saaie insecten. Denk aan een kever, een hommel, een mug. Dáár wil de gemiddelde Volkskrant-lezer op stemmen. 

Of ga voor de zweefvlieg. Net als De Volkskrant-lezer van het kaliber ’doe maar normaal dan doe je al gek genoeg’. Hij doet wat hij belooft: zweefvliegen. Ander argument: de zweefvlieg sterft ook nog eens langzaam uit. Dat is niet om te lachen, het stond vorige week zelfs op pagina 3 van, opnieuw, De Volkskrant.

Nog wat feiten die pleiten voor de zweefvlieg – daar is de Volkskrant-lezer gevoelig voor. De zweefvlieg observeert, hangt stil, bekijkt de situatie. Met zijn zwart-geel gestreepte uiterlijk lijkt hij op een wesp, maar is hij ongevaarlijk. Het lawaai dat hij met zijn vleugels maakt is als tromgeroffel: ’Jongens, let op hoor. Hier ben ik!’ 

Nu ik er zo over denk… de zweefvlieg is de schrijver-columnist onder de insecten. Zoemen om zichzelf te profileren. Met allerhande meninkjes om zichtbaar te zijn. Ongevaarlijk, dat wel, want hoeveel kwaad doen woorden eigenlijk? 

Net als de zweefvlieg sterven schrijvers langzaam uit. Lezers trouwens ook. De zweefvlieg is daarom een goede ambassadeur voor de gemiddelde schrijver-columnist van De Volkskrant. Of was het nou andersom? 

Het lijkt me slim – ik richt me nu tot de organisatie van de strijd der insecten – om nu alvast de zweefvlieg voor 2023 te nomineren. Pak dit momentum! Gegarandeerd een jaar lang gratis aandacht in De Volkskrant

Laatste suggestie: denk ook eens aan een andere Volkskrant-columnist. Bijvoorbeeld die ene, die weleens op de voorpagina schrijft. Hoe heet ’ie ook alweer? Was het niet Sander Donkers?

Hoi 👋
je leest nog steeds!

Een mail ontvangen bij een nieuwe blog?

Ik stuur je geen spam!

Categorieën: perspectief

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *