OV-staking: minder reizen voor jouw toekomst

Gepubliceerd door Inge Duine op

We mogen weer naar school, want corona is voorbij en alles is weer normaal! Of wacht… hoe kom ik daar eigenlijk, op school?

De trein rijdt niet. De bus ook niet. Maar de lessen op de hogeschool en universiteit gaan gewoon door. Succes ermee. Het onderwijs gaat gewoon door. Regel gewoon even alternatief vervoer of zoek een andere oplossing.

Nou, dat wordt allemaal de auto in. Je eerst blauw betalen aan benzine en daarna lekker aansluiten in de file. Nog wat CO2 de lucht in stoten. Of wacht… is de snelweg wel open? Straks staan de boeren er weer, met hun trekkers en hooibalen.

Ik vraag me af: is het überhaupt nog houdbaar om met z’n allen naar dezelfde plek te reizen om opgehokt in een gebouw te zitten?

Sowieso staan studenten na corona niet zo te springen om zoveel dagen per week naar school te moeten. ‘Kan deze les niet online?’ vragen ze. ‘Ik moet nog werken en sporten.’ Weet je wel hoeveel tijd je overhoudt als je niet hoeft te reizen? Naar school dan hè, ik heb het niet over écht reizen naar Thailand ofzo, dát staat natuurlijk op de bucketlist van iedere student.

Gooi alles gewoon weer online, zou je zeggen. De afgelopen jaren hebben we toch geleerd hoe dat moet? We gaven online lessen tot we vierkante ogen kregen. We lieten het onderwijs doorgaan, zo wendbaar en veerkrachtig waren we.

Maar met de OV-stakingen vervallen we weer in ons oude gedrag: alles moet op school. Alles moet doorgaan, zoals in het rooster staat. 

Natuurlijk, we weten dat de ontmoeting, elkaar zien, dat binding bijdraagt aan goed onderwijs. En veel studenten (en docenten!) worden van uitsluitend laptoponderwijs niet echt blij.

Tegelijkertijd verandert de wereld. Het hoger onderwijs zucht onder de stijgende energiekosten. Avans gaf bijvoorbeeld bijna 3 miljoen uit aan energie en water. Dat bedrag wordt deze winter zeker verdriedubbeld – of de thermostaat moet veel lager gedraaid worden. Geld dat niet naar het onderwijs gaat, maar naar de facilitering van de ontmoeting.

Deze tijd vraagt om wendbaarheid. Maar hoe doe je dat als je statisch aan een grote stad als Breda, Nijmegen of Utrecht verbonden bent?

Een tussenvorm dan, eentje waarin we elkaar in levende lijven kunnen zien en ontmoeten, het liefst zonder de aarde te veel te belasten. Een echte hybride vorm; ergens tussen helemaal alleen op je zolderkamer en met z’n allen in hetzelfde gebouw.

Ik denk aan ontmoetingsplaatsen in de regio waar studenten van allerlei studierichtingen samenwerken aan praktijkvraagstukken. Laten we ze ‘hubs’ noemen, dat bekt lekkerder. In plaatsen als Boxtel, Cuijk, Nieuwkoop, Lent, Zeist of Bergen op Zoom. Studenten kunnen er lopend of fietsend naartoe, net als de docentcoach – die uiteraard op persoonlijke ontwikkeling coacht.

De vakspecifieke kennis halen de studenten online, op een moment dat het hún uitkomt. Of op die ene dag in de week dat ze wel naar de grote stad mogen voor hun eigen bacheloropleiding.

Ambitieus? Jazeker. We vinken ook meteen interdisciplinair, duurzaam en co-creatie af.

Maar het allerbelangrijkste: we doen het voor de student. Zodat die in de winter niet zit te kleumen op zijn tochtige studentenkamertje. En voor zijn toekomst, dat vooral.

Hoi 👋
je leest nog steeds!

Een mail ontvangen bij een nieuwe blog?

Ik stuur je geen spam!

Categorieën: OnderwijsUncategorized

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *