Daar gáán we weer – deel II

Gepubliceerd door Inge Duine op

Shit. Daar in de verte op het bospad, twee van die enorme honden. Opgewonden rennen ze rondjes om elkaar heen. Het baasje staat ernaast en doet niks. Maar gelukkig, hier links is een zijpad, een ontsnappingsmogelijkheid.

Ik zucht. De vorige keer dat ik dit pad insloeg, was ik met mijn vriend. De bomen waren nog vol met rode en gele blaadjes, die er door de zon zelfs goud uit zagen. Mijn vriend en ik ademden wolkjes terwijl we praatten over het nieuws van mijn vader. Daar gaan we weer, zeiden we tegen elkaar – en dat sloeg toen nog niet op Corona.

Nu zijn de bomen kaal, is de lucht zo grijs als mijn gemoed en de grond zo drassig als het coronamoeras waar we met z’n allen toch weer in vast lijken te lopen. Ook al zitten we alleen nog ‘maar’ in een avondlockdown, het voelt weer hetzelfde als een jaar geleden: ik loop hier mijn hoofd leeg te maken na een ochtend vol online meetings, die in het donker begon en vanmiddag eindigt met een bak nakijkwerk.

Foto: PxHere

Shit, toch de verkeerde beslissing genomen. Ik blijf even stil staan. Kan ik nog terug het andere pad in? Nee, de honden hebben me al gezien. Die ene is een bordercollie, de andere is dun en bruin. Een doberman? Een windhond? Welke variant en hoe gevaarlijk hij is… ik weet het niet. Ik weet alleen dat hij met hoge snelheid op me af komt.

Die bruine springt tegen me op. Overrompelend enthousiast zou je het kunnen noemen als je van omdenken houdt. Maar vandaag zit ik in de vastdenkenmodus en heb ik hier geen zin in. Ik had toch de juiste ontsnappingsroute gekozen? Waarom word ik nu dan toch weer overrompeld?

’Hé, laag blijven,’ roept het baasje, terwijl hij over het pad aan gesjokt komt. Het is niet echt een stevig gebaar, alsof hij het al heeft opgegeven, maar nog stilletjes hoopt dat de hond nu wel luistert en zijn gedrag aanpast.

De hond springt nóg een keer tegen me omhoog. Ik voel de natte modder door mijn broek heen. Lekker dan. De man staat bijna naast me en grijpt niet in.

’Ik vind dit niet leuk,’ roep ik als de hond zijn snuit langs mijn broek veegt. Als ik ergens een hekel aan heb is het wel als iemand in mijn ruimte komt. Als ik niet kan doen wat ik zou willen: gewoon doorgaan alsof er niets aan de hand is.

’Dan moet je niet in het bos gaan lopen,’ bijt hij me toe.

’Honden mogen hier niet eens los!’

’Ach mens,’ hij haalt zijn schouders op. ’Je mag zelf niet eens los lopen.’

Foto: PxHere

Ik roep nog iets als ’lekker empatisch vermogen’ hoor. Tegen mezelf foeter ik wat voor een eikel je wel niet bent als je je hond niet in bedwang kan houden en ’m dan toch los laat. Hij had toch van een afstand kunnen zien aankomen dat het misging! Ik gooi er nog meer scheldwoorden uit – ook het woord kanker komt voorbij.

Waar ben ik nou zo boos over? Om die hond? Om die man? Om de druilerige dag? Om de dreigende nieuwe coronamaatregelen en het idee dat er wéér een lockdown aan komt, waar we niet aan kunnen ontsnappen dankzij Omikron en het late ingrijpen? Of toch om de kanker?

Dan ben ik terug bij de splitsing en sla het grote bospad weer op. Ik had beter hier kunnen blijven lopen, dan was er tenminste niets gebeurd. Of toch wel? Hoe dan ook… Daar gáán we weer.

Hoi 👋
je leest nog steeds!

Een mail ontvangen bij een nieuwe blog?

Ik stuur je geen spam!

Categorieën: pad

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *