Wegkijken

Gepubliceerd door Inge Duine op

We hadden een heerlijke vakantie, met zon, see en kaiserschmarrn. Vanuit het zuidelijkste puntje van Karinthië, Oostenrijk reden we in een dag terug naar huis, een autorit van vijftien (!) uur. 

O, wat hadden we een medelijden met onszelf: dat smerige snelwegvoedsel, de drukte, de stau, en wat duurden de uren en de kilometers lang. 

Toen we na al die uren op de Autobahn dan eindelijk ons huis binnenstapten, was de krant van die ochtend het eerste wat ik zag. Op de voorpagina een beeld uit Gaza: een moeder met een kind, vel over been. 

Dit wil ik niet zien, dacht ik. Niet nu. De wereld hoeft niet meteen binnen te komen als ik net thuis ben. Ik wil niet direct mijn vakantieplezier laten vergallen.

Dus ik draaide de krant om en keek weg, terwijl mijn buik vol zat met kipburger, friet, cola. Ik keek opnieuw weg toen ik tegen middernacht langs het nieuws zapte en een slok van mijn weizen en een handjevol Pringles nam om onze vakantie af te sluiten.

Een vakantie waar we bakken met geld aan hadden uitgegeven: een huisje met airco, op een park met zwembad, broodjesservice en animatie, op loopafstand van het meer, waar alles was ingericht om het je zo comfortabel mogelijk te maken. 

En dat alles op slechts twaalf uur rijden van Nederland – vijftien als je pech hebt.

Rij vanaf Karinthië twaalf tot vijftien uur de andere kant op en je staat in Oekraïne.

Maar daar wil ik allemaal niet aan denken, net als ongetwijfeld een groot deel van Nederlanders die tijdelijk het land ontvluchten, om het geluk in het buitenland te vinden, een invasie die wij een ‘welverdiende’ vakantie noemen. 

Ik weet niet wat ik ermee moet, ik schaam me voor mijn wegkijken. En tegelijkertijd vraag ik me af: wat kan ík eraan doen? Als ik stil sta bij hoe goed wij het hebben in vergelijking met mensen die in oorlogsgebied wonen, voelt dat decadent. Er niet bij stilstaan en wegkijken is dat eveneens. 

Misschien wil jij ook niet aan denken aan hoe goed jij het hebt. Misschien kijk jij ook wel weg, net als ik. Want waar was ik mee bezig, de volgende dag, toen ik heerlijk in mijn eigen bed geslapen had? 

Met de vraag hoe dat nou moet komende kerstvakantie, als we opnieuw naar Karinthië gaan. 

Moeten we weer urenlang met de auto, maar dan in het donker, in mogelijke sneeuwstormen? Dat zien we niet zitten. De trein met vijf keer overstappen ook niet. Het vliegtuig dan maar? Misschien moeten we onze principes – niet vliegen vanwege het klimaat enzo – dan toch maar overboord gooien. 

Wat we gaan doen, daar zijn we nog niet over uit. Maar zo makkelijk gaat dat dus, wegkijken. 

Je trekt je terug in een comfortabele vakantiebubbel waar voor alle ellende op de wereld even geen plek is. Alsof we allemaal hoofdrolspeler in The Truman Show zijn, de film waarin Truman Burbank het perfecte leventje leidt, afgeschermd van de gevaren van de buitenwereld. 

Maar de buitenwereld is er wel, die is er altijd. 

Wat kan ík dan wel doen? Het enige wat ik kan bedenken is het raam openzetten, op de hoogte blijven van het nieuws, zelfs in mijn comfortabele bubbel – en daarmee bedoel ik niet die vijftien uur in de auto. 

Hoi 👋
je leest nog steeds!

Een mail ontvangen bij een nieuwe blog?

Ik stuur je geen spam!

Categorieën: leven

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *