De Verdronkene

Gepubliceerd door Inge Duine op

Zo moet Lidy uit de Verdronkene zich gevoeld hebben. Het is vroeg in de ochtend als ik de deur achter me sluit, vriend en kind nog in diepe slaap. Ik ga op pad, net als Lidy, het personage uit de roman van Margriet de Moor over de watersnoodramp van 1953. Door weer en wind naar de andere kant van het land.  

Twee uur duurt mijn autorit richting code rood. Die term voor dit noodweer bestond in 1953 nog niet eens. Toen ging het alleen over ‘gevaarlijk hoog water’. Een understatement. Lidy ging gewoon die 31e januari. Ja, het waaide. En dan? Autoradio’s waren er nog niet, denk ik. Dus het gevaar moest uit de krant komen. 

Lidy reed uren. Er waren nog weinig bruggen en dammen op de weg van Den Haag naar Zeeland. Ieder pontje dat ze nam, ieder water dat ze overstak bracht haar verder weg van man en kind. En dat alles voor het feestje van een petekind. Ze keerde nooit meer terug. De titel, De Verdronkene, slaat op haar. 

Mijn vriend kent De Verdronkene niet. Toch vindt hij het geen goed idee dat ik de weg op ga met code rood. Niet alleen omdat hij bang is voor wat er kan gebeuren – onze auto, een Nissan Note, is een echte windvanger – maar ook omdat hij de hele dag en de volgende ochtend in charge is voor ons zoontje. Dankzij code rood verblijf ik een nachtje in een B&B.

Foto: PxHere

Nu voel ik me helemaal de Lidy. Voor mijn eigen plezier op pad. Naar de columncursus van Eva Hoeke. Op de autoradio hoor ik berichten over mensen die omverwaaien bij windkracht tien. Even slaat de angst me om het hart. Het zal toch niet? 

Ik heb mijn vriend en zoontje niet eens een kus gegeven. Bang om ze wakker te maken. Nog een gedachte, een trekkend gevoel op mijn borst. Wat als alle puzzelstukjes nu op z’n plek vallen? Dat ik daarom zoveel interesse heb in de watersnoodramp? Zodat ze straks op mijn begrafenis kunnen zeggen dat mijn lot hetzelfde was als dat van Lidy, het personage uit de roman die ze las voor haar scriptie?

Nee, dat geloof ik niet. 

De columncursus is voorbij. Ik zit in de B&B en voel me veilig, op de vide, recht onder het schuine dak. Buiten de schuimkoppen op het water van de Zaan. Het dak beweegt heen en weer. Af en toe een rukwind, waardoor de balken kraken. Als ik mijn ogen dichtdoe, kan ik me bijna voorstellen hoe het in 1953 moet zijn geweest. 

Bijna dan. Op tv en sociale media word ik volledig bijgepraat over de storm. Ik zit warm, heb genoeg gegeten en heb een wijntje in mijn hand. En morgen? Dan mag ik gelukkig weer naar huis. Naar vriend en kind.

Hoi 👋
je leest nog steeds!

Een mail ontvangen bij een nieuwe blog?

Ik stuur je geen spam!

Categorieën: Personage

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *