Tranen op de yogamat
Ik zit in kleermakerszit op mijn yogamat. Ogen dicht, handen op mijn knieën, dekentje onder mijn billen. Het is het begin van de les, waarbij we altijd op deze manier beginnen. De stilte opzoeken en thuiskomen bij jezelf, zoals mijn yogadocent het noemt.
Onderin mijn buik voel ik een steek. Ik voel het opborrelen en voor ik het door heb, loopt er een traan over mijn rechterwang. Ik veeg hem weg met de mouw van mijn vest. Maar ik kan er niet aan ontkomen, want nu begint mijn andere oog ook. Ik laat het maar even lopen. Gelukkig heeft iedereen zijn ogen dicht.
Mijn gedachten gaan naar juni 2016. Een studiedag van mijn werk, op een maandag, nadat ik het hele weekend naar het Best Kept Secret Festival ben geweest. Waar het tijdens die studiedag over ging weet ik niet meer… Iets met de accreditatie of visitatie? De herijking van het curriculum? De profilering van de opleiding? Niet belangrijk. Het enige wat ik me herinner is de korte yogasessie die aan het einde van de middag op het programma stond.
We begonnen op dezelfde manier: in kleermakerszit, ogen dicht, stil zijn. Ik weet nog het ongemak om tussen mijn collega’s in sportkleren te zitten. Hun ademhaling te horen. Niet weten wat me te wachten stond, welke houdingen we gingen doen. En toen gebeurde het, vanuit het niets. Ik voelde mijn ogen prikken. Ik werd er compleet door overvallen. Wat was dit nu weer?
Beschaamd knipperde ik met mijn ogen, want het lukte om mijn tranen tegen te houden. Ik hoopte vooral dat niemand het had gezien, want begrijpen deed ik het niet. Ik had het leuk gehad dat weekend: relaxen, biertjes drinken, bandjes kijken. Ik had toch meegedaan met het spel van Het Grote Genieten en Alles Uit Het Leven halen, waar iedereen het altijd over heeft?
Diep van binnen wist ik wel waar die emoties vandaan kwamen. Mijn moeder was net geopereerd, net voordat mijn boek De Laatste Tour uit kwam. De boekpresentatie woonde ze in de rolstoel bij. Nog totaal niet hersteld van de chemokuren en de operatie waarbij ze haar linkerlong eruit hadden gehaald.
Ik zei tegen iedereen dat het wel ging hoor. Ze was niet dood, had goede prognoses, de dokters gingen voor genezing. Ja, een heel ander verhaal dan bij mijn schoonvader, toevallig ook longkankerpatiënt. En die leefde ook nog steeds, terwijl hij veel slechtere vooruitzichten had. Dus ja, het ging eigenlijk wel.
Maar het ging dus eigenlijk niet.
‘Adem nog een laatste keer goed uit,’ zegt de yogadocent. ‘En dan ronden we deze ademhalingsoefening af.’
Ik adem uit, ben weer terug in de yogazaal en daarmee uit de lange lijdensweg van mijn moeder: Longkanker, hersentumor, delier, verpleeghuis, dood. Een feitelijke samenvatting in vijf woorden die absoluut niet het gevoel dekt. Maar daar kom ik nu pas achter, na jaren van wegslikken, mezelf groot houden en maar doorbeuken.
Ik zucht. Hoe verdrietig alles ook is, ik ben blij dat ik nu in ieder geval niet meer overvallen wordt. Dat ik weet waar mijn natte ogen vandaan komen, dat ik mijn tranen zonder schaamte op de mat kan laten lopen. Of, nou ja… bijna zonder schaamte.
Als de yogadocent zegt dat we onze ogen mogen openen, zodat we met de warming-up kunnen beginnen, veeg ik snel mijn wangen droog. Ik blijf strak voor me uit kijken, maak geen oogcontact. Ik adem in en op de uitademing beweeg ik mijn hoofd naar links. Niemand hoeft te zien waar ik net was, wat er in mij leeft. Zoals ik het ook niet bij hen kan zien.
Het gaat eigenlijk wel hoor.
0 reacties